ASTM D4303-16 standaardtestmethode voor lichtbestendigheid van kleurstoffen in kunstenaarsmaterialen

Betekenis en gebruik

5.1 Kleurkracht kan een factor zijn bij het bepalen van de relatieve economische waarde van de verf, omdat de pigmentconcentratie in grote mate bijdraagt ​​aan de sterkte; Andere factoren zijn formulering en kleurontwikkeling bij het slijpen. Gebruikers kunnen ook producten selecteren met andere eigenschappen en verschillende schermsterktes, zoals transparantie. De resultaten van deze testmethode kunnen worden gebruikt voor productiecontrole of kwaliteitsvergelijking.

5.2 Voor een bepaald artistiek gebruik, het product met de grootste of minste kleurkracht is misschien niet het meest wenselijk. Bijvoorbeeld, een lage kleurintensiteit kan ertoe leiden dat een te hoge pigmentconcentratie moet worden gebruikt om het gewenste kleureffect te verkrijgen, wat kan leiden tot defecten in de droge verffilm.

5.3 Deze testmethode is alleen toepasbaar op coatings met één pigment. De kleurkracht van coatings die twee of meer kleurpigmenten met verschillende optische eigenschappen bevatten, kan met deze testmethode niet worden beoordeeld.

ASTM D4838-16 “Standaardtestmethode voor het bepalen van het relatieve kleurvermogen van kleurcoatings”

5.4 De voorwaarde “vergelijkbaar chemisch type” zoals gebruikt bij 1.1 beperkt de samenstelling in de verf niet, maar verwijst eerder naar de compatibiliteit van het voertuig en de gelijkenis van het pigmenttype

5.5 Hoewel instrumentele beoordeling van de tintsterkte wordt beschreven, Er kunnen ook visuele vergelijkingen met een lagere nauwkeurigheid worden gebruikt en er moet een bevestiging van instrumentele en berekende resultaten worden uitgevoerd.

5.6 Als het monster en de standaard qua uiterlijk sterk verschillen wanneer ze zijn vervaardigd met dezelfde verhouding kleurverf en witte verf, Om nauwkeurige resultaten te verkrijgen, moet er nog een monster worden voorbereid zodat de twee qua uiterlijk dichter bij elkaar liggen.

5.7 Of het nu gaat om gewicht of volume, it is necessary to know exactly the amount of mixed color and white paint, but it is not necessary to know the concentration of pigments in the color paint.

ASTM D4838-16 “Standaardtestmethode voor het bepalen van het relatieve kleurvermogen van kleurcoatings”

5.8 When the paints being compared have the same carrier and pigment (same color index name and number), the corrected color force values for the uncorrected color force strength 9.1 En 9.2 should be nearly the same. If not, it is recommended to take the average of the two shading forces as a good estimate of the true value, and the range provides a measure of uncertainty, which is due to differences in hue or chroma, or between the two. Verf.

5.9 Strikt gesproken, the Kubelka-Munk type analysis of this test method should not be applied to the tri-stimulus filter readings used, but only to the spectral data. Echter, met het oog op een relatieve vergelijking van deze testmethode, de fouten die door de gebruikte berekeningen worden geïntroduceerd, worden in passende mate geëlimineerd.

ASTM D4838-16 “Standaardtestmethode voor het bepalen van het relatieve kleurvermogen van kleurcoatings”

Stap 1: Domein

1.1 Deze testmethode beschrijft de bepaling van de absorptiekleursterkte van een kleurtestcoating ten opzichte van een standaard- of referentiecoating van hetzelfde chemische type. De procedure is gebaseerd op het verdunnen van de verf met standaard gemengde witte verf en het uitvoeren van instrumentele metingen en berekeningen. Biedt resultaten voor het corrigeren van kleine verschillen in toon of chroma of beide tussen test- en referentiekleurcoatings.

1.2 Met deze testmethode worden coatings met hetzelfde type drager met elkaar vergeleken (acryl, alkyd of olie) en dezelfde kleurindex 2 naam en aantal kleurstoffen met enkelvoudig pigment. Het is niet nodig om de hoeveelheid pigment en andere componenten van de verf te kennen.

1.3 Waarden uitgedrukt in SI-eenheden worden als standaard beschouwd. De waarden tussen haakjes zijn alleen ter referentie.

1.4 Deze norm is niet bedoeld om alle veiligheidsproblemen aan te pakken, indien aanwezig, die verband houden met het gebruik ervan. Het is de verantwoordelijkheid van gebruikers van deze norm om passende veiligheids- en gezondheidspraktijken vast te stellen en voorafgaand aan gebruik de toepasbaarheid van wettelijke beperkingen te bepalen..

Deel dit bericht