ASTM D7091-2022 Standaardpraktijk voor niet-destructieve metingen van de droge filmdikte van niet-magnetische en niet-geleidende coatings aangebracht op ferrometalen en niet-magnetische en niet-geleidende coatings toegepast op non-ferrometalen

Betekenis en doel
4.1 deze praktijk beschrijft het garanderen van een nauwkeurige diktemeting in drie stappen: kalibratie van het meetinstrument voor laagdiktemeting, verificatie en aanpassing, evenals op het basismateriaal van zwart metaal en non-ferrometaal om de juiste meetmethode voor de laagdikte te verkrijgen.

4.2 Commerciële en industriële coatingprojecten met veel specificaties vereisen een coatingsysteem met een minimale en maximale droge laagdikte van elke laag. In aanvulling, de meeste hoogwaardige coatingfabrikanten garanderen het coatingsysteem deels op basis van het bereiken van de juiste dikte voor elke laag en het gehele coatingsysteem. Aanbevelingen die door verffabrikanten op productgegevensbladen worden gepubliceerd, kunnen managementdocumenten worden, zelfs als er geen projectspecificaties zijn verstrekt. Fabrikanten van apparatuur produceren niet-destructieve laagdiktetesters die de cumulatieve of individuele dikte van een coating na droging meten. De fabrikant verstrekt doorgaans informatie over de afstelling en het gebruik van deze meters in de vorm van bedieningsinstructies. Gebruikers van deze apparatuur moeten de juiste werking van deze apparatuur begrijpen, inclusief methoden om de nauwkeurigheid van de apparatuur eerder te verifiëren, tijdens en na gebruik, evenals meetprocedures.

ASTM D7091-2022 Standaardpraktijk voor niet-destructieve metingen van de droge filmdikte van niet-magnetische en niet-geleidende coatings aangebracht op ferrometalen en niet-magnetische en niet-geleidende coatings toegepast op non-ferrometalen

Reikwijdte van
1.1 Deze praktijk beschrijft het gebruik van magnetische en wervelstroommeters voor metingen van de droge laagdikte. Deze praktijk is bedoeld als aanvulling op de instructies van de fabrikant voor de handmatige bediening van de meters, niet om ze te vervangen. Het bevat definities van belangrijke termen, Referentie documenten, betekenis en gebruik in de praktijk, voordelen en beperkingen van laagdiktemeters, en een beschrijving van de exemplaren. Het beschrijft de methoden en aanbevolen frequenties voor het verifiëren van de nauwkeurigheid van de meters en het afstellen van de apparatuur, en geeft een overzicht van de rapportageaanbevelingen.

1.2 het programma is niet van toepassing op de meter/sonde die gemakkelijk vervormt onder belasting van de coating, omdat de meetsonde direct op het coatingoppervlak moet worden geplaatst om metingen te verkrijgen. 5.7 beschrijft de metingen aan de zachte coating of kleverige coating.

1.3 De laagdikte kan worden gemeten met verschillende meetinstrumenten. Deze meters zijn onderverdeeld in “magnetische trekkracht” En “elektronisch”. Ze gebruiken een sensorsonde of magneet om de opening te meten (afstand) tussen het basismetaal en de sonde. Deze meetafstand wordt door het meetgereedschap weergegeven als laagdikte.

ASTM D7091-2022 Standaardpraktijk voor niet-destructieve metingen van de droge filmdikte van niet-magnetische en niet-geleidende coatings aangebracht op ferrometalen en niet-magnetische en niet-geleidende coatings toegepast op non-ferrometalen

1.4 De laagdikte varieert sterk over het gehele oppervlak. Daarom, het verkrijgen van enkelpuntsmetingen geeft mogelijk niet nauwkeurig de werkelijke dikte van het coatingsysteem weer. SSPC-PA 2 specificeert de frequentie van laagdiktemetingen op basis van de grootte van het coatinggebied. De meetfrequenties van gecoate stalen balken (balken) en gecoate testplaten zijn ook te vinden in de bijlage van SSPC-PA 2. De beheercode is ervoor verantwoordelijk dat de gebruiker de minimale en maximale laagdikte voor elke laag en het gehele coatingsysteem krijgt.

1.5 waarde voor SI-eenheden wordt als standaard beschouwd. De tussen haakjes aangegeven waarde van de SI-eenheden is uitsluitend ter referentie, niet als standaard worden beschouwd.

1.6 Deze norm is niet bedoeld om alle veiligheidsproblemen aan te pakken, indien aanwezig, die verband houden met het gebruik ervan. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker van deze norm om de juiste veiligheid te garanderen, gezondheids- en milieupraktijken en om vóór gebruik de toepasbaarheid van wettelijke beperkingen vast te stellen.

1.7 Deze internationale norm is ontwikkeld in overeenstemming met de internationaal erkende standaardisatieprincipes die zijn vastgelegd in het Besluit over de beginselen voor de ontwikkeling van internationale normen, Richtlijnen en aanbevelingen uitgegeven door het Comité voor technische handelsbelemmeringen van de Wereldhandelsorganisatie.

Deel dit bericht